Het besluit van Hoekstra volgt op vragen van het CDA en de PvdA. De partijen stelden vragen naar aanleiding van een dergelijk verbod dat onlangs in België werd ingevoerd. In zijn Kamerbrief schrijft hij dat er geen sprake is van een dergelijk verbod in België. “Invoering van een wettelijk verbod op negatieve rentes op spaar- en betaaltegoeden kent overwegend nadelen en risico’s”, concludeert Hoekstra uit een analyse die De Nederlandsche Bank (DNB) heeft uitgevoerd. De minister noemt een verbod op negatieve spaarrente in zijn brief aan de Tweede Kamer “niet nodig” en “niet proportioneel”. Volgens hem hebben de Nederlandse banken goed door wat de nadelen zijn van een negatieve spaarrente voor gewone spaarders. Hij verwacht niet dat banken dat middel op korte termijn gaan inzetten. Ook in andere Europese landen vond hij geen wettelijk verbod. Hij schrijft dat hij een “negatieve rente voor gewone spaarders zeer ongewenst” vindt, maar volgens hem zijn er “vooralsnog voldoende mogelijkheden voor de gewone spaarder om te sparen bij banken die geen negatieve spaarrente rekenen”. De minister stelde eerder in antwoord op Kamervragen dat een “hard verbod” op een negatieve spaarrente een “zeer forse ingreep in de markt” zou zijn, die ook negatieve effecten met zich meebrengt. Zo zou zo’n verbod monetair beleid minder effectief kunnen maken en in het ergste geval de financiële stabiliteit kunnen schaden.
Onder meer de Volksbank en ABN AMRO meldden al eerder in 2020 geen negatieve rente in te voeren voor spaarders met een saldo tot 100.000 euro.